DANKWOORD voor EKNJ 2005
Dankwoord richting st. EKNJ te Emmeloord op de laatste EKNJ bijeenkomst, 23 april 2005 (voorzitter JIN)In 1993 was het de eerste keer dat een lid van onze vereniging JIN met de EKNJ meereisde naar Japan. Dat was Cherie Landegent. Zij is kort geleden helaas overleden. Zij vertelde als eerste over haar ervaringen met de EKNJ (Ex-Krijgsgevangenen en Nabestaanden Japan).
De kennismaking met de EKNJ was voor ons, Japans Indische Nakomelingen, een zeer bijzondere ervaring. Dat ex-krijgsgevangenen die zoveel ellende aan den lijve hebben ondervonden, wilden terugkeren naar het land van hun voormalige vijand, dat zij daar het gesprek en het contact zochten, dat zij uitwisseling tot stand brachten, dat zij streefden naar begrip, erkenning en verzoening, kortom, naar VERWERKING, dit alles was voor ons niet alleen een bron van verwondering, maar vooral van INSPIRATIE. De JIN’ers werden in hun kindertijd gezien als kind van de vijand en ze zijn vaak ook als zodanig behandeld, ook al konden zij er niets aan doen. De EKNJ echter demonstreerde dat het mogelijk is niet in het vijand-denken stil te staan, dat je verder kunt kijken, en dat dit ook goed is. Hier hebben we véél baat van gehad. Er is nog iets anders. Als Japanse nakomeling hebben we op het persoonlijke vlak een direct gevoel van verbondenheid met de eigen vader en diens familie. Geen wonder dat het opsporen van die vader en/of zijn familie een van de prioriteiten van de vereniging is geweest. Ik ben er trots op dat dit in hoge mate is gelukt, mede dankzij de heer Uchiyama, een veteraan en journalist. Van tientallen JIN’ers zijn vaders of familie getraceerd. Tijdens de EKNJ reizen hebben vele JIN-leden de kans gekregen het graf van de Japanse vader te bezoeken of de familie te ontmoeten. Enkelen hebben zelfs hun vader ontmoet. Voor JIN’ers is er dus vaak een dubbel of tegenstrijdig gevoel. Aan de ene kant een persoonlijke verbondenheid met je eigen vader en het land van je vader; aan de andere kant het medeleven met je Indische familie, die veel ellende heeft ondervonden van Japan. Tijdens de EKNJ-reizen en de herdenkingen kwamen deze gevoelens béide naar bóven. En nog méér, want ook bezochten we Nagasaki en Hiroshima. Bijna alle JIN’ers hebben deze door de EKNJ georganiseerde, en sinds 1997 door de Japanse regering gefinancierde verwerkingsreizen meegemaakt. Ieder heeft het als een enorme verrijking ervaren. Om te doen wat de EKNJ heeft gedaan voor de ex-krijgsgevangenen en hun familie, en dan heb ik het niet alleen over de verwerkingsreizen, daar was visie voor nodig, en moed en volharding, maar vooral menselijkheid. Dolf en Carry, en velen met hen van de EKNJ, hebben dit laten zien. Namens het JIN-bestuur en de leden wil ik het EKNJ-bestuur, in het bijzonder natuurlijk Dolf en Carry, dan ook bijzonder dankzeggen voor hun steun en voor alles wat zij hebben gedaan. Zij hebben de JIN altijd met sympathie, begrip en medeleven behandeld, sterker nog, ze hebben zich daadwerkelijk ingespannen ons te helpen. Heel fijn vonden we dat uw bestuur een trouw bezoeker van onze jaarlijkse relatiedag is geweest. Paul Niessen danken wij speciaal nog voor zijn begeleiding tijdens de laatste reizen. Laat ik eindigen met te zeggen dat de stichting weliswaar stopt, maar dat hun bron van inspiratie voor ons nooit zal opdrogen. Hierbij bied ik Dolf, Carry en Paul graag een presentje aan als blijk van dank en waardering. DOMO ARIGATO GOZAIMASHITA Hideko Gieske, vz. |