RON MEIJER GASTSPREKER
[:nl]JIN bestuurslid Ron Meijer is actief als spreker van het landelijk steunpunt gastsprekers WO-II – heden. Hij heeft indertijd een kort verslag gemaakt van zijn eerste les van enkele jaren terug. Het is hieronder na te lezen. “Woensdag 15 april was het eindelijk zover. Ik mocht mijn eerste gastles geven aan klas 5 VWO van het Farel College in Ridderkerk aan leerlingen Geschiedenis in het kader van een Syllabus Studiedag over GOED of FOUT ? percepties van menselijk handelen in heden en verleden. Om deze presentaties te kunnen geven heb ik eerst een cursus gevolgd bij het voormalige ICODO, waarna alle cursisten begeleid en gecoördineerd werden door” het Herinneringscentrum Kamp Westerbork”. Na afronding van de cursus was ik een gecertificeerd gastspreker met ondersteuning van het Ministerie van VWS. De bedoeling van een gastles is het vertellen van je persoonlijke levensverhaal. Ik vond het best spannend mijn eerste keer. Het probleem van elke gastspreker is de onzekerheid of je wel werkelijk iets te vertellen hebt (ondanks de goede en positieve reakties van je vroegere mede cursisten) aan een klas met jonge mensen. En vind je wel gehoor en krijg je response? Een les duurt ongeveer 40-50 minuten en je verhaal mag ongeveer 30-35 minuten duren zodat de leerlingen ook de tijd krijgen om vragen te stellen. Wij waren deze dag met vijf gastsprekers allemaal met een van origine een andere verhaal. Een Japans kamp op Java/ JIN- en Joods/NSB verhaal en ’s middags een Joegoslavie verhaal. De leerlingen hadden die hele dag wel veel soms zeer emotionele verhalen moeten aanhoren. Persoonlijk gaf deze dag mij veel voldoening vooral door de grote belangstelling onder de leerlingen en de betrokkenheid die ze voelden. Het is zinvol dit te doen, jonge mensen op hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid te wijzen, op het wereld gebeuren nu en het verleden, vooral nu omdat onze huidige maatschappij zo ontzettend gericht is op het ik-gevoel en het wij-gevoel zo vaak vergeten wordt.”
Het persoonlijk verhaal van Ron en van zijn moeder vertegenwoordigt veel aspecten van JIN-ervaringen. Het is inmiddels in verschillende vormen al vaker verteld. Bijvoorbeeld door zijn moeder aan Steffie van den Oord (Liefde in Oorlogstijd, 2003, vijfde druk 2010), en aan Yu Takei (Oranda kara no iraijo, 2013), die er voor de Japanse lezers een bijzonder ontroerend hoofdstuk aan wijdt. Ron heeft zich vorig jaar bereidwillig laten interviewen en filmen door Yuki Sunada die aan haar documentaire werkt (Children’s Tears), en recentelijk door Maki Okubo (voor Asahi Shimbun) die op 12 april gast is bij JIN. Ron besteedt in zijn lezingen ook veel aandacht aan zijn stiefvader die in Nagasaki als krijgsgevangene dwangarbeid verrichtte op de Mitsubishi scheepswerf, en daar de atoombom meemaakte. Zijn stiefvader accepteerde uit liefde voor zijn moeder hem als kind, maar de verhouding met hem en de andere kinderen was ingewikkeld en moeizaam. Langzaam aan kwam er over en weer meer duidelijkheid: over zijn eigen afkomst (een grote schok), en over de vreselijke oorlogservaringen van zijn stiefvader. Geleidelijk groeide zo ook een betere verstandhouding met elkaar. Dit culmineerde in een gezamenlijke reis naar Japan in 1998 toen JIN leden met de EKNJ (stichting Ex-krijgsgevangenen en nabestaanden Japan) van Dolf en Carry Winkler op verwerkingsreis gingen, gefinancierd door de Japanse regering. Samen stonden zij in Mizumaki (bij het herdenkingsmonument Nederlandse gevallenen) en op de scheepswerf in Nagasaki op de plek vanwaar hij de bom zag vallen. “Pa” heeft zijn eigen oorlogsverhaal laten optekenen in Een stilte die spreekt (Icodo 2000). Naast zijn kampervaringen in Japan was voor hem persoonlijk belangrijk: zijn ervaring van gedwongen vertrek uit Indonesië vanwege de vijandschap jegens hem als onderdeel van de ‘koloniale onderdrukker’. Ron heeft als titel van zijn verhaal gekozen: ‘vergeven maar niet vergeten’. Zijn stiefvader had dit zich eigen gemaakt, hij beschouwde het levend houden van haat en vijandbeelden als een doodlopende weg, schadelijk voor de eigen gezondheid en niet gericht op de toekomst. Ron is nog steeds op zoek naar zijn biologische vader, sinds 1995 geholpen door Uchiyama, en sinds enkele jaren ook door de stichting S.O.O., maar helaas nog zonder succes. [:ja]JIN bestuurslid Ron Meijer is actief als spreker van het landelijk steunpunt gastsprekers WO-II – heden. Hij heeft indertijd een kort verslag gemaakt van zijn eerste les van enkele jaren terug. Het is hieronder na te lezen. “Woensdag 15 april was het eindelijk zover. Ik mocht mijn eerste gastles geven aan klas 5 VWO van het Farel College in Ridderkerk aan leerlingen Geschiedenis in het kader van een Syllabus Studiedag over GOED of FOUT ? percepties van menselijk handelen in heden en verleden. Om deze presentaties te kunnen geven heb ik eerst een cursus gevolgd bij het voormalige ICODO, waarna alle cursisten begeleid en gecoördineerd werden door” het Herinneringscentrum Kamp Westerbork”. Na afronding van de cursus was ik een gecertificeerd gastspreker met ondersteuning van het Ministerie van VWS. De bedoeling van een gastles is het vertellen van je persoonlijke levensverhaal. Ik vond het best spannend mijn eerste keer. Het probleem van elke gastspreker is de onzekerheid of je wel werkelijk iets te vertellen hebt (ondanks de goede en positieve reakties van je vroegere mede cursisten) aan een klas met jonge mensen. En vind je wel gehoor en krijg je response? Een les duurt ongeveer 40-50 minuten en je verhaal mag ongeveer 30-35 minuten duren zodat de leerlingen ook de tijd krijgen om vragen te stellen. Wij waren deze dag met vijf gastsprekers allemaal met een van origine een andere verhaal. Een Japans kamp op Java/ JIN- en Joods/NSB verhaal en ’s middags een Joegoslavie verhaal. De leerlingen hadden die hele dag wel veel soms zeer emotionele verhalen moeten aanhoren. Persoonlijk gaf deze dag mij veel voldoening vooral door de grote belangstelling onder de leerlingen en de betrokkenheid die ze voelden. Het is zinvol dit te doen, jonge mensen op hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid te wijzen, op het wereld gebeuren nu en het verleden, vooral nu omdat onze huidige maatschappij zo ontzettend gericht is op het ik-gevoel en het wij-gevoel zo vaak vergeten wordt.”
Het persoonlijk verhaal van Ron en van zijn moeder vertegenwoordigt veel aspecten van JIN-ervaringen. Het is inmiddels in verschillende vormen al vaker verteld. Bijvoorbeeld door zijn moeder aan Steffie van den Oord (Liefde in Oorlogstijd, 2003, vijfde druk 2010), en aan Yu Takei (Oranda kara no iraijo, 2013), die er voor de Japanse lezers een bijzonder ontroerend hoofdstuk aan wijdt. Ron heeft zich vorig jaar bereidwillig laten interviewen en filmen door Yuki Sunada die aan haar documentaire werkt (Children’s Tears), en recentelijk door Maki Okubo (voor Asahi Shimbun) die op 12 april gast is bij JIN. Ron besteedt in zijn lezingen ook veel aandacht aan zijn stiefvader die in Nagasaki als krijgsgevangene dwangarbeid verrichtte op de Mitsubishi scheepswerf, en daar de atoombom meemaakte. Zijn stiefvader accepteerde uit liefde voor zijn moeder hem als kind, maar de verhouding met hem en de andere kinderen was ingewikkeld en moeizaam. Langzaam aan kwam er over en weer meer duidelijkheid: over zijn eigen afkomst (een grote schok), en over de vreselijke oorlogservaringen van zijn stiefvader. Geleidelijk groeide zo ook een betere verstandhouding met elkaar. Dit culmineerde in een gezamenlijke reis naar Japan in 1998 toen JIN leden met de EKNJ (stichting Ex-krijgsgevangenen en nabestaanden Japan) van Dolf en Carry Winkler op verwerkingsreis gingen, gefinancierd door de Japanse regering. Samen stonden zij in Mizumaki (bij het herdenkingsmonument Nederlandse gevallenen) en op de scheepswerf in Nagasaki op de plek vanwaar hij de bom zag vallen. “Pa” heeft zijn eigen oorlogsverhaal laten optekenen in Een stilte die spreekt (Icodo 2000). Naast zijn kampervaringen in Japan was voor hem persoonlijk belangrijk: zijn ervaring van gedwongen vertrek uit Indonesië vanwege de vijandschap jegens hem als onderdeel van de ‘koloniale onderdrukker’. Ron heeft als titel van zijn verhaal gekozen: ‘vergeven maar niet vergeten’. Zijn stiefvader had dit zich eigen gemaakt, hij beschouwde het levend houden van haat en vijandbeelden als een doodlopende weg, schadelijk voor de eigen gezondheid en niet gericht op de toekomst. Ron is nog steeds op zoek naar zijn biologische vader, sinds 1995 geholpen door Uchiyama, en sinds enkele jaren ook door de stichting S.O.O., maar helaas nog zonder succes. [:]