REISVERSLAG 2003 DICK
Reisverslag Japanreis, november 2003 Dick Kool van Langenberghe
Allereerst wil ik het bestuur van de ver. JIN bedanken voor de mogelijkheid die ik heb gekregen om deze Japanreis te mogen meemaken.
Zij hebben mij op de lijst van kandidaten gezet bij de stichting EKNJ, die deze reizen organiseert. Het Ministerie van Buitenlandse zaken van Japan maakt de reizen financieel mogelijk en die zijn beslist niet krenterig geweest.
In april dit jaar was er een EKNJ bijeenkomst in Emmeloord en alle kandidaten voor deze verwerkings -en verzoeningsreis waren aanwezig. Na dit samenzijn zijn de Japan reizigers onder leiding van de heer Niessen zich gaan afzonderen en hebben zij zich aan elkaar voorgesteld. Hier werden er wat zaken doorgenomen betreffende de reis, zoals reistips, een lijst met veel voorkomende Japanse woorden en werd het reisschema globaal door genomen.
De tweede bijeenkomst in oktober op het landgoed Bronbeek werden de punten op de i gezet
en de definitieve reisschema door genomen. We worden op 6 november, om uiterlijk 17.30 uur op schiphol verwacht.
Donderdag 6 november, dag van vertrek. Om half 5 was ik samen met mijn wegbrengers op Schiphol, alwaar de heer Niessen en een Sakura lid Harry reeds aanwezig waren.
De anderen kwamen al druppelend binnen. Ook aanwezig de eerste secretaris van de Japanse Ambassade de heer Myori die ons uitgeleide deed.
Van de JIN waren Wil Blaauw en Hideko Gieske er om ons uit te zwaaien.
Toen de groep compleet was heeft een staf medewerker van de JAL ons om 18.15 laten inchecken en na de passen controle van de Marechaussee, ving hij ons op en bracht hij ons naar de JAL lounge.
Om 20.00 uur zijn we het vliegtuig, JL 412, ingestapt en hebben we onze business plaatseningenomen. Na een lange taxi tocht over de banen van Schiphol, stegen we een half uur later op dan gepland. In het vliegtuig was het goed toeven en werden we door het uiterst vriendelijke cabine personeel goed en vriendelijk bediend. Het eten was goed en heb ik me reeds in Japan gewaand door Japans te bestellen.
Ik moest duidelijk wennen aan de groep. De meesten kenden elkaar al vanuit de EKNJ en ook
de drie Sakura donateurs kenden elkaar. Zittend naast Paul Niessen heb ik me zeker niet verveeld.Van slapen kwam niets terecht en door af en toe rond te lopen hield je je conditie een beetje op peil.
Vrijdag 7 november landde we om 15.30 uur op Narita Airport in Tokyo.
De nieuwe Internationale luchthaven van Japan, waar ze volop aan het bouwen zijn.
We hadden prachtig weer en het was er 25 graden.
We daalden de trappen van het vliegtuig af en werden in bussen naar het stationsgebouw gebracht. Dit was een historisch moment voor me, voet op Japanse bodem. Dit is het nu het land van mijn vader, mijn vaderland. Je zag mensen met de zelfde postuur en uiterlijk. Men was er vriendelijk en het was netjes en schoon.
Buiten de douane stonden onze reisleidsters, Kee-san en Miho-san ons op te wachten.
Zij begonnen hun werkzaamheden met het laten verzamelen van onze koffers voor onze binnenlandse vlucht naar Fukuoka. Maar alvorens deze vlucht te beginnen werden we onthaald op een goed en gezellig diner in een restaurant op de luchthaven.
Na deze maaltijd zijn we met een binnenlandse vlucht met Ana airlines om 19.40 uur naar de stad Fukuoka gevlogen. Daar om 21.35 uur aangekomen werden we verwelkomd door 4 mensen, de gebroeders Kurokawa en Ralph Schriock. Na een uur met de bus te zijn vervoerd zijn we aangekomen bij ons logeer adres in Mizumaki, het Kitakyushu Prince Hotel.
De volgende dag, zaterdag na het ontbijt stond de bus gereed om ons naar het Kruismonument te brengen voor een informeel bezoek om op ons gemak de namen van de gevallenen te bekijken en foto’s te nemen. Op de terugweg hebben we even gestopt bij een 100 meter lange wandschildering met Nederlandse taferelen en evenementen.
Na de lunch in het hotel zijn we wederom naar het Kruismonument gegaan voor de officiële kranslegging met redevoeringen van de voorzitter van het Kruiscomité de heer Hiroshi Kurokawa, EKNJ-voorzitter Paul Niesen, onze Consul-Generaal de heer De Vries en de burgemeester van Mizumaki de heer Tanaka. Aanwezig waren verder het Gemeente Bestuur, een Nederlandse studente, waarvan ik de naam ben vergeten en Ralph, die alles vertaalde met die studente.
Na deze plechtigheid hadden we een thee ceremonie in de plaatselijke bibliotheek en konden we de plaatselijke bibliotheek bezichtigen, waar ook een aparte afdeling is met Nederlandse boeken in het Japans. In de middag werden we ontvangen op het stadhuis van Mizumaki door burgemeester Tanaka en het gemeente bestuur.
In de vooravond een gezellige receptie in het hotel, aangeboden door het Kruiscomité.
Een druk bezochte receptie, waar men met de vele gasten van gedachten kon wisselen.
Ben na deze bijeenkomst in de omgeving gaan wandelen en wat me opviel was dat je hier geen honden uitwerpselen zag, maar ook geen graffiti, vandalisme en dat het vooral schoon en netjes is. Overal bij haltes en op hoeken van straten zag je automaten staan met warme en koude dranken. Je zag geen rommel op de grond en de vuilnis bakken waren niet overvol en worden tijdig geledigd. Een nadeel voor een toerist is, dat men geen of nauwelijks Engels spreekt en dat alles in karakter tekens is geschreven.
.
Na het gebruikelijke ontbijt staat ons deze dag drie evenementen te wachten.
We zijn naar een Shinto festijn gegaan waar kleine kinderen hun ” eerste communie “ doen gekleed in kimono. Dit gebruik is voor het Shinto-boedisme in hun Munakata tempel, waar ook een braderie werd gehouden met een herfstbloemen en bonzai tentoonstelling.
Het volgende evenement is Ashiyagama , een theemuseum waar eeuwenoude theeketels te zien zijn die met de hand zijn gegoten. Ook hier hebben we een theeceremonie meegemaakt en werd ons gewezen op vaste handelingen en voorschriften tijdens zo’n theeceremonie.
Het is een wat dikkige groene thee, die met een soort van bamboe “scheerkwast “ wordt op geklopt.
Van hier uit zijn we naar de stad Moji gereden. In deze stad kwamen de gevangenen in Japan aan en werden veelal in de mijnen te werkgesteld. Nu is het een romantische stad geschikt voor toerisme met leuke herbouwde Franse en Engelse gebouwen.
Wat het weer betrof was dit niet wat we gewend waren, het was met 13 graden koud en het regende.
De maandag hebben twee lagere scholen bezocht. De eerste de Korosue basisschool.
Het was even slikken. Ik zag mij of mijn zus daar staan tussen al die kinderen.
Hun ontvangst was ontroerend, zwaaiend met Nederlandse vlaggen en het zingen van
het Wilhelmus en Vader Jacob deed ons zichtbaar veel plezier.
Hier heb ik de heer Koshi Kobayashi ontmoet van P.O.W. Research Network.
Research Network Japan doet verwoede pogingen om via radio en de krant vaders van Japans Indische nakomelingen op te sporen.
Hij hoorde van mijn komst en de reden van mijn bezoek hier aan Japan. Hij zou moeite doen wat publiciteit er aan te geven. Na uitwisseling van gegevens zijn wij uit elkaar gegaan en is onze groep naar de Eburi Elementary school vervoerd, waar we een lunch aangeboden kregen. En ook hier weer een hartverwarmend welkom. Na de lunch met de leerlingen hebben we demonstraties van handvaardigheden gezien en meegedaan, maar ook met spelletjes en sport megedaan. De tijd was te kort om aan alles mee te doen. Helaas, ik had er veel langer willen door brengen. Jammer dat er geen middelbare school en of universiteit op het programma stond. Ook zou ik graag een dag bij een gewoon gezin willen door brengen of een bejaarden tehuis willen bezoeken. Maar dat stond niet op het programma.
Met de bus zijn we de volgende dag, door het prachtige landschap naar Hirado gereden.
We kwamen precies op tijd aan bij het stadhuis van Hirado en we werden begroet door het Gemeente Bestuur. Na deze plichtpleging een sightseeing door Hirado en het bezoek aan het Kasteel van Hirado en het Matsura museum, waar een replica van het Hollandse schip “De liefde ” te bezichtigen is. Hirado herbergde 400 jaar geleden een handels nederzetting van de VOC. Er is niets meer overgebleven van die nederzetting en aan de hand van tekeningen wil men in Hirado zo’n VOC handelsloods nabouwen op de overgebleven kade van die tijd. De Nederlanders hebben hier slechts dertig jaar een nederzetting bewoond, maar toch is de band met Holland blijven bestaan.
Met deze sightseeing door de stad eindigde ons officiële bezoek en zijn we naar ons hotel gereden. Dit is een typisch Japanse stijl hotel, kamers waar je op de grond moest slapen en het hotel had ook een warm water bron. Dineren op z’n Japans, lage tafels en zittend op de grond, gekleed in een kimono. Gelukkig had je wel steun in de rug. Je werd bijgestaan doorGeisha’s die de gerechten voor je warm maakte of bakte en de sake warm serveerde.
In dit Hotel had met name Sakura een gesprek met de heer Akira Tanzawa, die voorzitter is van de Hirado International Relations Association. Als vrijwilliger werkt hij bij een lokaleradio station, die in hun programma aandacht wil schenken aan de Japanse nakomelingen van de oorlog.
Per bus zijn we de volgende dag naar Nagasaki afgereisd, door een prachtig gebied met thee plantages en door een nagebouwde Nederlands dorp.
Aangekomen in Nagasaki zijn we ontvangen door het gemeente bestuur en hebben we in The Atomic Bomb Hypocenter park, bij het monument een Krans gelegd namens EKNJ, JIN en Sakura. Het was een emotioneel moment hier op deze plek te zijn waar velen door die bom
zijn verminkt, gehandicapt of gedood zijn. Een moment om stil te staan wat die oorlog teweeg heeft gebracht. Niet alleen de aanvallers hebben hier schuld aan, maar ook de verdedigers. Had men moeten grijpen naar dit middel om die oorlog te stoppen en waar vele onschuldigen moesten worden gedood? Dat je dit middel moest gebruiken om de oorlog te stoppen in Zuid-Oost Azië en in het bijzonder Nederlands-Indië.
Na dit emotioneel moment, een excursie gebracht aan Dejima.
De plek waar de Hollanders 200 jaar lang handel konden drijven met toestemming van de Shoguns, de toenmalige heersers van dit gebied. Een diner receptie werd ons door het gemeente bestuur aangeboden . Hier sprak het Sakura lid Emiel over zijn zoektocht naar zijn vader.
Op onze achtste dag zijn we in de morgen per bus naar het station gegaan voor onze reis naar Hiroshima. De bus bracht ons naar het station van Nagasaki en vandaar uit zijn we met een
“ stop” trein naar Hakata gegaan, waar we moesten overstappen op de super expressShinkansen naar Hiroshima. Het was een verademing te zien hoe gedisciplineerd men in en uit stapt. Een conducteur die buigt wanneer hij de coupé in en uit gaat. Datzelfde zag je ook van de interieur verzorgsters, die met een zak bij je langs kwamen voor de afval.
Aangekomen in Hiroshima werden we naar het park gereden waar het monument stond. Samen met Loek (EKNJ) heb ik hier een Krans mogen leggen, namens de groep
EKNJ, JIN en Sakura. Hier werd de eerste atoombom tot ontploffing gebracht op 6 augustus 1945 op 500 meter hoogte. Vele onschuldige inwoners stierven op gruwelijke wijze. Dit was de tol die Japan moest betalen voor een oorlog die zij zijn begonnen en heel veel slachtoffers heeft gekost in diverse landen in Zuid–Oost Azië. De geallieerden, onder leiding van de USA waren de wanhoop nabij, althans dat was hun lezing en gebruikten dit zware middel om de oorlog te stoppen.
Daarna werden we ontvangen door de directeur van het Museum de heer Honda.
Tijdens deze bijeenkomst heb ik een speech mogen houden. In mijn speech schonk ik aandacht voor de Japanse nakomelingen, die hun vader zochten. Belangrijker was echter het vinden van hun Japanse familie. Immers, die vaders hebben niet alleen kinderen uit die oorlog, ze hebben ook kleinkinderen en die zouden een goede relatie kunnen onderhouden en een brug kunnen slaan tussen beide families.
Je hebt altijd in oorlogstijd al dan niet gedwongen relaties aan beide zijden met het gevolg van nakomelingen uit die relaties. In een oorlog gebeuren er altijd verschrikkelijke en
ongeoorloofde gebeurtenissen, de verschrikkingen zijn onmenselijk zoals het interneren en deporteren van gevangenen. Het vastzetten in kampen en buiten kampen, al dan niet door omstandigheden gedwongen relaties van beide zijden, zoals in Nederlands-Indië.
Vele Japanse vaders zullen reeds overleden zijn en daarom is mijn pleidooi om door te blijven zoeken naar de familie, onze familie in Japan.
Mijn kinderen hebben de toekomst en het recht te weten wie hun grootvader en hun neven en nichten, ooms en tantes zijn. Zij kunnen de band zijn tussen de kinderen van die vaders en beide families.
De vrijdag 14 november zijn we wederom met de trein naar Osaka gegaan.
Met de super Express trein Nozomi reden we met een sneldheid van 300 km per uur richting het station van Kyoto. Al lopend zijn we naar het hotel gegaan. We bezochten eerst het Rokuonji Kinkaku Kasteel uit het samurai tijdperk en daarna hadden we een lunch elders in de stad. Na de lunch, de Kiyomizu tempel. Verder bezochten we een handycraft centrum de Kyoto Nishijin textile centrum. Hier zagen we hoe een kimono werd ontworpen, geweven en gemaakt of handbeschilderde voorwerpen. In dit centrum kan je ook direct artikelen kopen en hebben we een bijzondere kimono show bijgewoond.
Terug in het hotel heb ik een ontmoeting gehad met Pater Horstink en en de heer Kaoru Uchiyama. Zij zetten zich al jaren in om onze vaders te vinden. De heer Uchiyama heeft zelf gediend in het Japanse leger en trok het lot van de Japans Indisch Nakomelingen aan.
Hij heeft veel vaders opgespoord in de loop der jaren. En ander lid van onze groep ontmoette na jaren zijn familie. Zij hadden voor deze ontmoeting een reis van 1000 km over om hun neef hier te begroeten.
Van Kyoto zijn we per bus naar Osaka gaan toeren, waar we het Nijo kasteel hebben bezichtigd en het Nishijinori-kaikan. Ook het kasteel van Osaka werd aangedaan.
Bij het Internationale Peace Centre hebben we voor het eerst foto’s en andere geschriften over de inval van het Japanse leger in Zuid-Oost Azië gezien. Ook de inval op Nederlands-Indië is te zien, de interneringskampen, de deportatie van gevangenen en de misdaden. De directeur van het museum vraagt ons om documenten over die oorlogstijd in Nederlands-Indië aan hem ter beschikking te stellen. Zelfs de misdaden tegenover China en Korea worden hier niet verzwegen.
Een hartelijke ontmoeting en kennismaking vond plaats met de heer en mevrouw Yoshioka.
Voor deze ontmoeting hadden zij een etentje georganiseerd met leden van zijn groep en met Jessica, die ze kenden uit een eerdere ontmoeting in Nederland. Samen met de moeder van Jessica, Loek, Gelske, Karin en ik hadden we een gezellige diner. Ook heb ik kennis gemaakt met de jongere zus van Hideko.
De groep zal in September 2004 een aantal Wadaiko concerten geven in Nederland.
Op zondag 16 november zijn we met de bullit ”kogel” trein naar Yokohama afgereisd.
In iets meer dan 2 uur werd een afstand van ongeveer 400 km afgelegd.
In Yokohama aangekomen zijn we direct naar Hodogaya gegaan voor een kranslegging op deze geallieerde begraafplaats. Onze groepslid Jan van der Dussen legt hier een krans ter nagedachtenis aan zijn vader waarbij onze Ambassadeur in Japan de heer De Boer ook aanwezig was. Loek las voor uit de bijbel. Hier ontmoette ik ook leden van de POW van de heer Koshi Kobayashi, mevrouw Yoshiko Tamura, Nori Nagasawa en enkele journalisten van landelijke dagbladen en van de radio. Er zijn interviews geweest en foto’s gemaakt. Ze wilden alles weten omtrent de Japans Indische Nakomelingen, hun familie en de vaders. Met de bus zijn we naar Tokyo gereden.
De volgende dag zijn we naar de Odaiba wijk gegaan voor de regenboog brug, een fantastisch uitzicht op de baai van Tokyo en er was een replica van het vrijheidsbeeld. Het is een hypermoderne zakenwijk met studio’s en moderne openbaar vervoer van bus tot shuttle, onbemande tramstellen. Daarna naar Senso-Ji en Asakusa midden in het centrum van Tokyo. Het uitgaanscentrum van Tokyo en het centrum voor elektronica.
Ook de Chinese Ginza wijk werd aangedaan voor onze boodschappen.
Het park rond het Keizerlijk Paleis werd aangedaan.
In de verte zag je het paleis en de wachtposten.Wat opviel is dat je daklozen in het park zag liggen. In het beroemde Kabuki theater hebben we de tweede acte van Kabuki bijgewoond . Voor deze voorstelling hadden we nog een boot tocht over de Sumida rivier.
De voorlaatste dag in Japan.
De Tower van Tokyo werd bezichtigd en de lunch receptie bij de ambassadeur thuis.
We werden hartelijk ontvangen door de ambassadeur en diens echtgenote.
Het was receptie in een ongedwongen sfeer.
’s Avonds hadden we in het hotel een afscheidsreceptie, aangeboden door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren zeer veel genodigden onder andere een Engelse & Duitse Club, een vereniging uit de stad Sakura. Deze vereniging promoot de Nederlandse cultuur en taal in Japan. Uiteraard was ook aanwezig de directeur van het ministerie van Buitenlandse zaken aanwezig. In zijn afscheidstoespraak bedankte Paul Niessen zijn gastheer voor de prettige samenwerking. Het was een zeer goed verzorgde reis en in die korte tijd hebben we toch wel veel gezien.Hij bedankt ook de reisleidsters, die zich voor ons hebben ingespannen.
Hij hoopte dat er in de toekomst toch nog zulke reizen volgen, wellicht in een andere vorm.
Voor de verwerking en verzoening, maar ook voor de Japanse nakomelingen.
Leden van de Sakura Vereniging voor de Nederlandse taal uit de stad Sakura, besloten deze avond en onze trip door Japan met Nederlandse liederen. Na wat nagebabbeld te hebben, hebben we afscheid genomen van onze gasten.
Het zit erop, het is 19 november en we reizen af naar het vliegveld en daar nemen we afscheid van onze reisleidsters Miho-san en Kee-san. Met een gevoel van weemoed neem ik afscheid van dit schone en vriendelijke land.
We worden na het inchecken met een shuttle naar een ander gebouw gebracht, waar we in de JAL lounge wachtend op het vliegtuig wat versnaperingen en drank tot ons namen.
Op tijd vertrekken we richting Amsterdam. Aangekomen op Schiphol, hebben we afscheid van elkaar genomen en spraken we af om bij Ger in januari thuis weer bij elkaar te komen.
Het was een belevenis deze reis, niet alleen vanwege de luxe, maar vooral de emoties bij gedenkplaatsen, maar ook op de scholen. De schoonheid van het land, vriendelijke gasten en
mensen die zoals ik er uitzien. Ik heb me hier thuis gevoeld, er was herkenning. Het was mijn vaders land, mijn vaderland. Ik heb de hoop mijn vader en zijn familie eens te mogen begroeten. Ook mijn kinderen zoeken hun opa en zijn familie.Vermist en opsporing verzocht een vader en opa met zijn familie, wonende in Japan. Hier in Nederland wachten hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen op een teken vanu