Verslag JIN relatie dag 4 oktober 2014
De jaarlijkse JIN relatie dag vond ditmaal plaats in Odijk, bij Utrecht. Het was een nieuwe zaal die heel goed is bevallen. Tussen 13.00 uur en 18.00 uur was er een rustige praatmiddag met twee hoogtepunten, de lezing van Griselda Molemans en het optreden van het Duo 愛 ai.
Griselda Molemans vertelde boeiend over haar imposante onderzoek Opgevangen in Andijvielucht. Ze liet daarbij ook foto’s en filmbeelden zien. Enkele hoofdpunten uit haar verhaal:
- Het gaat om circa 380.000 mensen die na de oorlog tussen 1945 en 1970 uit het voormalige Nederlands-Indië naar Nederland zijn gekomen. Voor de eerste golf (ca. 100.000 tussen 1945-1950) is het woord ‘repatriant’ gebruikt, de kosten zijn grotendeels voor de Indische en Nederlandse regering. Velen zijn geen ‘repatriant’ maar ontheemd, wat zeker gold voor de tweede golf tussen 1950 en 1957, toen de bulk terugkeerde, circa 130.000 Nederlands-Indische mensen onder wie circa 50.000 van de KNIL.
- In 1950 is voor deze grote groep (die de Nederlandse rijksoverheid aanvankelijk had willen weren) het ‘contractpension’ geïntroduceerd, waarbij particuliere eigenaren opvang aanbieden; de overheid verleent aan hen een dagvergoeding per gast om alle kosten te dekken, met een ingecalculeerde winstmarge voor de pensionhouder; velen van hen bezuinigen op van alles zoals eten, vandaar ‘andijvie’, en stoken, zulks ten koste van de gasten.
- Van het maandinkomen dienen de kostwinners van de ontheemde gezinnen 60% af te dragen aan het Rijk als bijdrage in de kosten. Aan het werk komen is moeilijk vanwege de arbeidsmarkt en omdat de ‘Indische’ diploma’s niet worden erkend. Wanneer een eigen woning wordt betrokken (wat een moeizaam proces is vanwege de woningnood) wordt een restschuld vastgesteld die in jaarlijkse termijnen moet worden afgelost. Over dit alles is stilzwijgen bewaard.
Tal van persoonlijke geschiedenissen zijn in het boek opgenomen. Wie goed luistert is voorgoed genezen van enige zelfgenoegzaamheid over de wijze waarop Nederland deze immigratiestroom heeft aangepakt. Griselda liet tot onze verrassing een documentaire zien uit 1958 van de Duitse filmmaker Karl Noack, De repatriëring, een eind en een begin. De film schetst een uitermate rooskleurig beeld. De toonzetting is afkomstig van de Nederlandse voorlichtingsdienst:
“Mede door het enorme aanpassingsvermogen van deze bevolkingsgroep verliep de assimilatie zonder noemenswaardige problemen en bereiktenvelen hoge functies in bedrijfsleven en overheid.” En: “Deze bevolkingsgroep, van oudsher zeer gezagsgetrouw en uitermate loyaal, verkoos het moederland (Nederland dat velen van hun nog nooit hadden gezien) boven Indonesië waar men geboren was en zijn hele leven lang gewoond had.”
Het woord ‘verkoos’ is door mij gecursiveerd omdat het in hoge mate juist om een noodgedwongen stap ging vanwege de in Indonesië alsmaar toenemende vijandigheid tegen Nederland en (ex-)Nederlanders. Het zwaar overtrokken beeld van de voorspoedige integratie leeft nog steeds, ondanks de voor Nederland zeer kritische bespreking van de ‘repatriëring’ van Dr. De Jong in zijn geschiedschrijving indertijd.
Je kan de vele gesprekken en interviews met alle mogelijke, uit de archipel afkomstige groepen, zoals Indische Nederlanders, Indo-Afrikanen, Chinese Nederlanders, Moluks KNIL- en marinepersoneel, Papoea’s, Toegoenezen, en spijtoptanten, opvatten als een steekproef om te zien of er onder hen mensen met een Japanse afkomst schuil gaan. Tot Griselda’s en onze verbazing tellen wij er vijf die in het boek voorkomen. Eén van hen bleek bestuurslid Ron Meijer te zijn. Toen het pension Het Witte Huis ter sprake kwam, liet hij weten dat zijn familie daar was opgevangen, en dat hij er goede herinneringen aan had. Daarop produceerde Griselda een in het boek opgenomen groepsfoto van een Sinterklaasviering (!) waarop Ron als jongetje te zien is. Dat was een mooi moment.
Griselda eindigt haar boek met de analyse en de bespreking van de claims die de ‘Indische Nederlanders’ nog hebben liggen, waarvan die inzake de back-pay naar mijn idee het sterkste is (op de Nederlandse overheid in moreel opzicht). Zie www.andijvielucht.nl/blog/claims voor nieuws en informatie over deze claims.
Utako Arakawa (sopraan) en Ayumi Matsuda (fluit) lieten prachtige stukken horen. Ik was het meest onder de indruk van een lied over Okinawa, getiteld Zawawa. Met dank aan Fumi Hoshino kan ik er het volgende over vertellen. Een jonge vrouw loopt in Okinawa door een suikerrietveld. Onder de grond rusten vele doden. Ze denkt aan haar gesneuvelde vader van wie zij het gezicht niet kent. Ze luistert naar het geluid van de wind door het manshoge wuivende riet (zawawa) en vraagt waarom de mannen elkaar hebben gedood, waarom ze stierven, door eigen hand of door toedoen van de ander. Het is een beroemde song uit 1964 van Naohiko Terashima. Het woordje zawawa komt 66 keer in het lied voor. Vanwege het hypnotiserende effect is het lied opmerkelijk genoeg ook als slaapliedje populair. Op YouTube te vinden. Voor de hele versie (van een andere zangeres) van negen minuten zie deze link.
De bijeenkomst werd als gebruikelijk afgesloten door een Indische maaltijd. De opkomst was goed, maar om verschillende redenen minder dan vorige jaren. De leeftijd gaat zwaarder tellen zowel bij leden als bij de relaties. Niet alleen neemt duidelijk de fysieke mobiliteit af, er is ook een flink toegenomen aantal kleinkinderen die om grootouderlijke zorg vragen! Opvallend is aan de andere kant dat zich een aantal tot dusver onbekende leden heeft gemeld. Ze zijn zich pas betrekkelijk recent met de Japanse afkomst bewust gaan bezighouden. Wie zou dat vijfentwintig jaar bij de eerste bijeenkomst hebben voorspeld? Ik heb een heel kort filmpje gemaakt om ook voor de thuisgebleven leden, relaties en niet-leden enkele impressies te laten zien.
Han (11-11-2014)