[:nl]
Mevrouw YU TAKEI woont en werkt in Tokio in reclame en uitgeverij. Zij is ook auteur van een aantal non- fictie boeken over sociaal maatschappelijke onderwerpen. Toen zij Kaoru Uchiyama leerde kennen (bij de uitreiking aan hem van een FESCO-award) raakte zij geïnteresseerd in diens werk voor de Japans-Indische Nakomelingen. Zij kwam in 2006 naar Nederland om hen interviews af te nemen. In 2010 organiseerde zij in Tokio met het burgerinitiatief FAMCATION een Forum over dit onderwerp. Vier Nederlandse nakomelingen namen daar op haar uitnodiging deel aan het panel. Intussen was zij bezig een boek te schrijven over de J.I.-nakomelingen en het zoeken van vaders door de heer Uchiyama. In november 2013 kwam haar boek uit, getiteld オランダからの白い依頼状, Oranda kara no shiroi iraijo, de blanco verzoeken uit Nederland (uitgever Gendaishokan). De titel verwijst naar de verzoeken uit Nederland om een zoekactie naar de Japanse vaders die vaak onvolledig waren en onnauwkeurige gegevens bevatten.
Yu Takei
Op de foto boven wordt Yu Takei over haar boek geïnterviewd in een Japanse krant; op de foto onder is zij in Nederland voor gesprekken en interviews.
Korte inhoud van het boek Oranda kara no shiroi iraijo.
In hoofdstuk 1 worden de verhalen van vier moeders verteld die Yu Takei in Nederland heeft geïnterviewd. De verhalen zijn positief over de Japanse man en de relatie. Met kopjes als´true love´,´he was a good man´,´missing him’. Daarna wordt Uchiyama geïntroduceerd, zijn familie, zijn tijd in ‘Nederlands-Indië’, en zijn naoorlogse belangstelling voor het land. Verteld wordt over zijn reizen naar Indonesië. Yu Takei gaat diep in op de geschiedenis van de JI-nakomelingen in Nederland. In 1983 treden zij voor het eerst naar buiten: de contactgroep Japanese Roots (initiatief van Hideko en Chérie). In 1989 volgt een vereniging i.o., uitmondend in de oprichting van de vereniging JIN in 1991. Yu Takei legt uit dat in Nederland anti-Japanse gevoelens heers(t)en als gevolg van massale internering en krijgsgevangenschap. En dat dit een weerslag had op de opgroeiende J.I-kinderen. Zij vermeldt de onenigheid in 1994/5 die resulteert in de afsplitsing (Sakura). Het nieuwe JIN bestuur krijgt in november 1995 contact met Uchiyama. De ontmoeting van Uchiyama en Hideko (op een veteranenbijeenkomst in Osaka) wordt vanuit het perspectief van Uchiyama beschreven wat nieuw is. Na deze ‘fateful encounter’ gaat Uchiyama met pater Salemink aan de slag. Hij krijgt een stroom van verzoeken uit Nederland van JIN. Yu Takei beschrijft in detail hoe de verzoeken eruit zien (veel lacunes en fouten) en met welke moeilijkheden Uchiyama te maken krijgt. Uchiyama moet zijn eigen stijl van zoeken ontwikkelen, zo wordt uitgelegd en toegelicht. Aan de JIN leden Nippy Noya en Kees Verboom wordt een apart hoofdstuk gewijd (4 en 6). Bijzonder is dat de kant van de Japanse familie wordt belicht. Yu Takei heeft hen geïnterviewd. Ook de verhalen van diverse andere nakomelingen komen aan bod, zij het korter en vaak anoniem. Hoofdstuk 7 bevat een verrassing: het unieke geval van een moeder die stante pede naar Japan afreist, wanneer Uchiyama haar voormalige partner heeft getraceerd. Yu Takei beschrijft beeldend -vanuit het gezichtspunt van de Japanse familie- de verwikkelingen die deels tragikomisch zijn. Hoofdstuk 8 gaat over Nanny en daarnaast over de Japanreizen in het kader van Peace Exchange Programs. Hoofdstuk 9 verhaalt over twee nakomelingen die in 2006 met die reis in Japan komen (van één is de vader niet gevonden, de ander legt emotioneel contact met zijn halfbroer). Hoofdstuk 10 geeft een soort samenvatting en een terugblik van enkele nakomelingen, en eindigt met de reis in 2009 van Uchiyama en Hideko (en Han) naar een stadje op Hokkaido in het hoge noorden om gezamenlijk enkele getraceerde families op te zoeken. Een nawoord van Yu Takei sluit het boek af.
Korte bespreking boek. Yu Takei heeft niet de intentie het boek in het buitenland uit te (laten) brengen. In het kort vier opmerkingen. 1) Yu Takei weet door haar manier van schrijven veel ontroerende verhalen tot leven te wekken (over relaties, contacten met families, en -het zoeken naar- vaders). 2) Bijzonder en tot dusver nauwelijks bekend is het Japanse perspectief dat in het boek zit: de reacties bijvoorbeeld van de Japanse families. 3) Wat de Nederlandse kant betreft komen onnauwkeurigheden voor, dat was moeilijk te vermijden. Yu Takei heeft haar teksten niet vooraf aan iemand hier laten lezen. Op sommige punten is het storend. In hoofdstuk 7 bijvoorbeeld (over de vrouw die naar Japan afreist) trekt zij verkeerde conclusies over de communicatie tussen JIN-Uchiyama-Salemink-zoekende. Dat kon JIN precies nagaan aan de hand van het bewaarde fax-verkeer tussen de betrokkenen uit die tijd. 4) Yu Takei zet (terecht)een vraagteken bij het al te strakke schema van de Japanreizen waardoor de communicatie tussen naar vader zoekende deelnemers en Uchiyama bemoeilijkt werd. Ook uit zij (terecht) kritiek op het niet door de overheid inzage bieden in passagierslijsten. Uchiyama vroeg daar vergeefs om.